07 feb. 2023

In gesprek met: Seb Dokman

undefined

Seb Dokman, gitarist en zanger van ex-beursband Paceshifters, ooit bandcoach bij Hedon, het brein achter These Go To Eleven én samen met zijn neef oprichter en kok bij Bennies dat zich binnenkort in het nieuwe hostel en bar De Basis vestigt. Paceshifters speelden in november nog een show in Hedon, stonden in januari dit jaar nog in Vera tijdens Eurosonic én speelden tijdens de eerste avond van het concept dat eindelijk terug is van weggeweest: These Go To Eleven, waar 2 februari de tweede editie van plaatsvond! Hoog tijd om eens in gesprek te gaan met Seb Dokman!

Op wat voor manier ben jij betrokken bij These Go To Eleven?

Het begon een paar jaar geleden toen ik Artist in Residence was, hier in Hedon. Dat hield in dat ik binnen Hedon de aangewezen persoon was om iets met bands te gaan doen en dan vooral in de alternatieve hoek, iets hardere gitaarbands vooral. Ik werd daar in heel vrij gelaten en wilde verschillende dingen doen, maar het leek me leuk om dat allemaal onder één naam te kunnen doen. Dat werd These Go To Eleven. We deden toen één keer in de maand een concertavond, drie bands die normaal niet snel een podium hier zouden krijgen omdat ze nog niet genoeg publiek trekken. Zo konden mensen maandelijks gratis kennismaken met nieuwe bands. Daarnaast deed ik onder dezelfde noemer bandcoaching. We werkten in de oefenruimtes van Hedon, die toen nog gloednieuw waren, vier maanden lang met een band aan verschillende dingen. We keken hoe we hun muziek beter konden maken, maar maakten ook preproducties en namen livesessies met ze op. Aan het eind van het traject was het mijn doel om een EPK (electronic press kit) klaar te hebben zodat ze veel konden spelen en dat vaak ook op een These Go To Eleven-avond. Toen ik zelf begon vond ik het live spelen het leukst en dus wilde ik dat ook stimuleren met die bandcoaching.

Is er een formule die een band moet hebben om succesvol te kunnen zijn?

Je moet natuurlijk wel een beetje kunnen spelen, maar het allerbelangrijkste is prioriteiten stellen. Er zijn best wel wat bands die niet eens zo fantastisch spelen, maar wel heel groot zijn geworden. Als je een band begint moet je vanaf het begin die band prioriteit nummer één maken. Je moet er veel tijd voor over hebben, flexibele baan hebben of nog geen geld nodig hebben. Thuis wonen is misschien wel nóg beter haha. Motivatie, heel veel tijd er in willen stoppen en heel veel spelen, dat is de basis.

Hoe programmeerde je voor de These Go To Eleven concertavonden? 

Ik heb aan de Herman Brood Academie gestudeerd, daardoor ken je heel veel muzikanten. Ook hebben we met Paceshifters heel veel gespeeld door heel Nederland, waardoor je veel bevriende bands om je heen hebt. Het budget was niet heel groot dus helemaal in het begin kwamen er veel bevriende bands spelen, maar na een tijdje ging het vanzelf. Er zijn best veel bands die in Hedon willen spelen, maar programmering hier is wat minder alternatief waardoor sommige bands er niet zo makkelijk tussen komen. Die muzikanten benaderden mij dus vaak zelf.

We hebben in die tijd ook één keer per jaar het These Go To Eleven festival georganiseerd, wat nóg meer mogelijkheden bood voor het programmeren van bands die hier niet zo snel zouden staan. Dat was een hele dag in Hedon die ik samen met Erik Delobel (programmeur Hedon) opzette. We hadden dan beschikking over de beide zalen en de foyer waar we tot in de nacht bands konden programmeren. We horen daar nog steeds mensen over praten omdat het zo vet was.

Komt het festival weer terug? 

Misschien wel. Ons idee was om nu eerst weer de reguliere These Go To Eleven avonden op te pakken en dan langzaam uit te bouwen naar wat het ooit was.

Hoe gaat het nu met de nieuwe These Go To Eleven?

Yvonne (programmeur Hedon) kwam met het idee om het weer op te pakken. Ik heb helaas niet meer de tijd om alle bands aan te schrijven en te coachen. Waar het nu op neerkomt is dat ik af en toe met Yvonne zit. Dan hebben we beide een lijst met bands en bespreken we samen hoe die avonden gevuld moeten gaan worden. Yvonne pakt vervolgens het contact met de bands op. Ik zal wel op de avond zelf aanwezig zijn om een biertje te komen drinken, maar ik doe niet meer het vele regelen en mailen.

Check hier wat er 2 maart, de eerstkomende editie van These Go To Eleven, op het podium staat! Er is ook een spotifylijst van These Go To Eleven die je hier kan beluisteren. 

Want, je bent nu druk met het opzetten van Bennies in de Basis en natuurlijk nog altijd met Paceshifters?

Ja klopt! Er lopen heel veel verschillende dingen waar ik bij betrokken ben, super leuk, maar deze zomer wordt wel terror. Het stadsstrand (van dezelfde initiatiefnemers als Hostel en Bar de Basis), opening van De Basis, met Paceshifters hebben we best alweer wat shows geboekt en ik ga ook nog mijn huis verbouwen, dus ik moet nog maar zien of ik het allemaal ga kunnen combineren.

Maar je zegt net wel dat prioriteiten stellen voor een band het allerbelangrijkste is, lukt dat nog wel nu je zo veel naast Paceshifters doet?

Je merkt wel dat je ouder bent, meer verantwoordelijkheid hebt en dat we ook allemaal meer willen. Dat zijn wel gesprekken die je voert binnen de band. We moeten nu veel strakker gaan plannen, juist omdat we ook allemaal nog een vol leven naast die band hebben waar we ook alles uit willen halen. Dat betekent dat we echt periodes afbakenen en reserveren om te spelen bijvoorbeeld. Als we er echt van zouden kunnen rondkomen dan had je dat probleem nooit gehad.

Had je dat liever gehad? 

Weet ik eigenlijk niet. Als ik kijk naar een band als The Supersuckers, daar keken wij vroeger echt naar op en we hebben veel met hen gespeeld, maar zij zijn inmiddels rond de vijftig, spelen nog steeds, hebben honderdvijftig á tweehonderd shows per jaar en kunnen daar net van rondkomen. Met zo’n schema kan je niet thuis nog een tuin bijhouden bij wijze van spreken.

Dat wordt misschien ook wel een keuze? 

Ja het mooiste zou natuurlijk zijn dat je van het begin af aan hier gewoon van rond zou kunnen komen. Maar het is zó veel investeren, tijd én geld. Daarom ga je er ook dingen naast doen, om rond te komen. Je houdt vol omdat je nooit weet wat er nog kan gebeuren. Je hoeft eigenlijk maar één hit te hebben en je leven kan er ineens heel anders uit zien. Maar het is altijd ‘wat als’ dus ik weet het niet. Zoals ik het nu doe, vind ik het mooi. Ik doe nog steeds allemaal dingen die ik zelf heel leuk vind. In de keuken staan bij het restaurant blijft leuk omdat koken m’n passie is en ik het samen met vrienden kan doen. Ik zou niet blij worden van een kantoor baan en ben heel blij dat dat tot nu toe nog niet nodig is geweest.

Met Paceshifters gaat het nu lekker, jullie spelen veel, ik zag jullie twee weken geleden nog tijdens Eurosonic Noorderslag in Vera, maar laten we niet vergeten dat jullie jaren geleden een van de eerste Hedon beursbands waren! We vieren dit jaar naast 50 jaar Hedon ook 10 jaar Hedon Beurs, dus de vraag over jullie beursbandschap met Paceshifters kan niet achterblijven. 

Ja dat was echt te gek, ik weet alleen even niet meer welk jaar het precies was dus ik het kan zijn dat we met die beurs onze Austin-tour hebben gefinancierd óf we hebben het besteed aan onze trip naar een showcasefestival in LA. Dat weet niet ik niet meer zeker, lang geleden haha.

Het is allemaal begonnen bij Erik Delobel. Die kennen we al best lang, nog uit de tijd dat we als band bij Burgerweeshuis in Deventer meededen aan een project ‘Do It’ wat hij leidde. Zo hebben we onze eerste single opgenomen. Op een gegeven moment stapte Erik over naar Hedon, waar hij programmeur werd en toen kwam ook de Hedon Beurs. We zijn op die manier een beetje met hem meegegaan en meegegroeid. We hebben toen de release van onze tweede plaat in Hedon gedaan, ik geloof al in de grote zaal en het is ons gelukt om die uit te verkopen. Vanaf dat moment hebben we iedere releaseshow in Hedon gedaan en met hulp van het team daar echt een beetje een ‘buzz’ gecreëerd.

Die buzz is nog niet voorbij toch? Jullie verkopen hier in Hedon nog steeds de grote zaal uit. 

Ja we zijn van jonge band met ‘buzz’ naar alternatieve rockband die al vijftien jaar meegaat gegaan.
Er zijn niet heel veel bands die zo lang meegaan en nog steeds veel spelen. Je moet écht die lange adem hebben en veel over hebben voor weinig geld. Dan bereik je uiteindelijk wel iets. Ik denk dat wij nu een soort van gevestigde naam zijn die prima clubtours en festivals kunnen spelen, maar er echt van rondkomen is nog net niet het geval. Dan heb je echt een hit nodig.

Is dat ooit frustrerend? 

Uhm ja, vooral met boekingen. Je wil gewoon meer spelen en bijvoorbeeld richting het buitenland. We zitten al best lang bij een grote buitenlandse boeker, maar dat is ook moeilijk want hij boekt de grootste bands van de wereld en dan staan wij wel onderaan de lijst. Dat is soms frustrerend, want je wil altijd meer spelen.


Maar dit is misschien ook wel waarom jij de aangewezen persoon bent geweest voor het coachen van de These Go To Eleven bands. 

Dat je ze kan voorbereiden op het feit dat niet alles vanzelf gaat bedoel je? Dat misschien wel ja. Je maakt wel heel veel dingen mee waardoor je veel ervaring op doet. Zoals die keer dat we als band in 2014 op een showcasefestival in LA waren. Daar waren heel veel mensen uit de muziek business en daar waren wij ineens dé band. Iedereen wilde dingen van ons, dat was heel bizar. De ex-manager van Guns ’n Roses, Andy Gold, kwam daar naar ons toe “I’m gonna sign you guys right now!”. Toen dachten wij wel even ‘shit, moeten we dit doen?’. Wij waren op dat moment te bang dat we in een of ander wurgcontract terecht zouden komen. We wilden juist de touwtjes zelf een beetje in handen houden. Maar ja, de meeste mensen die wel aan die top komen hebben ooit wel ja gezegd tegen zo iemand. Dus misschien zijn we daar iets te nuchter voor geweest. Aan de andere kant moet je ook niet te hard van stapel lopen. Toen Andy Gold ons wilde tekenen was onze conclusie dat we eerst eens met hem wilden praten. Toen wij de eerste vragen gingen stellen haakte hij al een beetje af. Dan kom je er ook al snel achter dat het allemaal niet zo makkelijk en mooi is als het lijkt.

De manager van Biffy Clyro was destijds in LA ook heel enthousiast over ons. Hij had daar zelfs nog een extra show voor ons geboekt waarvoor hij de zanger van Biffy Clyro had uitgenodigd. Hij kon die avond helaas niet, dus daar baalden we goed van, maar hij heeft wel tegen de boeker gezegd ‘deze band moet je boeken, het is echt een goede liveband’. Dat is natuurlijk top, want later hadden we een show in Duitsland en toen is Steve Zapp, dé grote boeker van Biffy Clyro en meer hele grote namen, speciaal voor ons met de trein naar Duitsland gekomen om ons live te zien. Hij is sindsdien onze boeker.

Het gaat dus ook heel erg over connecties. Kunnen jullie goed netwerken?

Daar zijn we nu wel wat beter in. Ik weet nog dat we voor dat showcasefestival in het Rooseveldhotel zaten. Dat is een heel bekend hotel in Los Angeles. Een van de dagen was er een netwerkborrel met gratis wijn en bier en alle belangrijke mensen in de muziekwereld, maar wij wilden gewoon in het zwembad haha. En daar moest je voor je eigen bier betalen, dus we hebben met z’n vieren twee biertjes gedeeld omdat het veertien dollar was. Toen waren we nog helemaal niet bezig met dat we moesten netwerken.

Hoe oud was je toen? 

Dat is ongeveer tien jaar geleden, dus ik was toen twintig.

Is dat ook niet het lastige van in een jonge band zitten? Je bent ambitieus en je wil heel veel, maar je bent ook nog heel jong en eigenlijk een groentje in de scene.

Dat klopt, je weet dan eigenlijk nog helemaal niet goed wat je wil. Je wil vooral zo veel mogelijk spelen.

Ben je daar bij die bandcoaching wel eens tegenaan gelopen? Dat de band nog heel jong was en nog een te groot gebrek had aan inzicht in de wereld waarbinnen ze zich wilden begeven? 

Jawel, maar ik probeerde ze vooral altijd heel erg te motiveren, maar als het er niet in zit, zit het er gewoon niet in. Ik heb ook heel lang gitaarles gegeven en daar kwam ik dat ook wel tegen. Leerlingen met motivatie kwamen echt verder, maar als je iedere week hetzelfde nummer moest uitleggen, schoot het gewoon niet op en zit het er gewoon niet in. Dat is met bands hetzelfde verhaal.

Voor heel veel bands gebeurt het natuurlijk gewoon niet, al ben je nog zo gemotiveerd.

Je moet ergens ook gewoon een gelukmomentje hebben. Iets wat een leuk verhaal is en waar op verder gebouwd kan worden. Bij ons was dat een verhaal met de Amerikaanse band The Supersuckers. Voor mijn twaalfde verjaardag kreeg ik een gitaar van mijn favoriete gitarist die hem verkocht via E-bay. Toen hij hoorde dat het voor een twaalfjarig jochie was wilde hij ons uitnodigen voor een show en ons daar ontmoeten. Bij die show is een soort vriendschap ontstaan. Mijn broer is vervolgens drie maanden met hen mee gegaan op tournee als roadie voor zijn stage. Zo is de connectie een beetje gebleven. Daarna zijn wij onze eerste EP thuis gaan opnemen en rond diezelfde tijd was die gitarist op vakantie in Nederland en bleef hij bij ons slapen. We hebben hem toen gewoon gevraagd of hij een solo voor de EP wilde inspelen. Dat heeft ie gedaan en toen ging het snel. Een releaseshow samen met The Supersuckers, we zijn met ze op tour geweest en toen was er echt een verhaal. Hierdoor zijn we bij De Wereld Draait Door uitgenodigd en zo is het balletje echt gaan rollen. Het is eigenlijk geluk wat je zelf moet creëren. Je moet het zelf doen. Als je dat goed verwoord, telkens zelf een persbericht maakt en dat rondstuurt en het wordt opgepakt, dan begint er iets voor je te werken.

Toen we trouwens gevraagd werden voor De Wereld Draait Door was ik zestien jaar oud en aan het werk in de Albert Heijn. Ik stond vakken te vullen toen onze stiefvader, Frank, ook onze manager, me ineens kwam ophalen ‘Seb je moet nu mee, we moeten naar De Wereld Draait Door’. Er was die dag iets uitgevallen en ze hadden ons verhaal opgepikt, dus we moesten ineens als een gek die kant op.

Je hebt dus gewoon een goed verhaal nodig wat mensen willen delen en oppakken en vervolgens moet je op andere manieren jezelf blijven onderscheiden en in de picture spelen. Wij hebben bijvoorbeeld een keer een live album opgenomen in Hedon en de platen daarvan persoonlijk op de fiets bezorgd bij mensen thuis. Dat zijn weer leuke verhalen die worden opgepakt, maar daar moet je dus wel zelf veel voor doen.


Programma